door Wam de Moor
voor Ons Erfdeel
onverkorte versie
Ze maakte haar debuut als dichter in 2001 met de bundel Veerstraat, liet daar vijf jaar laterProefsteen op volgen en stelde in 2010 haar derde gedichtenboek samen onder de titel Restruimte.Ze haastte zich niet, ze nam de tijd om een uitstekend dichter te worden. Dat is ze. Nijmegens derde dichter van belang, met H.H. ter Balkt (1938) en Victor Vroomkoning (1938) die haar voorgingen.
Marijke Hanegraaf (1946), in Tilburg geboren als vijfde van zes kinderen, verwijst voor de precisie waarmee zij haar gedichten schrijft graag naar haar ouders. De vader als de man die uit door hemzelf gerooid hout niet alleen blokken voor de open haard zaagde, maar ook vogelhuisjes, bloembakken en vooral kerststallen in elkaar zette. De moeder die ‘de mooiste brieven schreef, recht uit het hart.’
‘Ik ben niet opgegroeid met literatuur’, zegt ze, ‘ik heb me de literatuur eigen gemaakt’. Dat deed ze blijkbaar als jonge meid al langs de weg van zelf gemaakte liedjes, en toen ze later als chemisch analiste ging werken door in de vrije tijd kinderverhalen en andere stukjes te schrijven voor de jeugdbladen Taptoe en Okki. Dat viel goed uit. Haar dichterlijke ambities hadden er baat bij, meende ze. ‘Je moet voor kinderen karig zijn met woorden. Reportages worden dan al bijna gedichten’. Ze werd bureauredacteur voor educatieve uitgeverijen. ‘Tussen mijn veertigste en mijn vijftigste jaar kreeg ik het idee dat er meer in me zat dan er uit kwam.’ Dus óp naar de schrijversvakschool ’t Colofon, waar zij alles op alles zette voor een geslaagd dichterschap. Met resultaat, getuige de nominatie voor de C.Buddingh-debuutprijs 2002 voor Veerstraat en prijsjes in Nijmegen en Oostende voor enkele losse gedichten die in de latere bundels zijn opgenomen.
Humaniteit van Szymborska