Iets niet vinden
Bij het opruimen van de werkkast vind ik
een stukje metaal van twee bij drie
met een bizar buisje. Ik wist niet
dat zoiets bestond en dat ik het had.
Het ziet er vreemd uit
maar nuttig en doelgericht.
Zo onbuigzaam aanwezig
en onweerlegbaar de moeite waard.
Ik draai het tussen mijn vingers alsof
een gebaar het gebruik kan onthullen.
Iemand kan zeggen waar het voor dient
kan zeggen gooi het niet weg
iemand die in de wereld de verbindingen kent.
De wroeging
Ze zei maak je niet ongerust
er is niets
en er ontstond wat ze niet uitsprak
het drijft in de schemer van winters
en blijft zeggen
wat ze aarzelend voor zich hield.
Wat ik had moeten begrijpen
wil niet sterven.
Buiten is het mooi koud
en zeldzaam genoeg
geen schaduw van beweging
in de huizen van de achterburen.
In de verte remt mijn wasmachine
is zo eenvoudig klaar.
De schaamte
Zo gauw zij zich uit je organen
een weg naar buiten vecht
zeg je haar als je nog stem hebt:
zo had het niet mogen gebeuren.
Ze maakt je rilling en je rood.
Ze slaat je leeg. Wat doet ze ijverig.
Ze drijft een wig waar je een wieg dacht
en waarheid is ze niet, bestaat uit anderen
is toch van jou, heeft je verschapen
tot falen, haar geur een schurftig roofdier
valt harder aan dan zweet.
Ze is vooral aan wie je het vertellen moet
je wilt haar niet ontmoeten, je wilt niet zien
hoe ze erbij zit als ze het hoort.