3 juli Rede van Marijke Hanegraaf

3 juli 2022, Presentatie van de dichtbundel Bestaansbegeerte in Tuin de Villa, Wercheren (Persingen) Ooijpolder

Dank je wel, Peter, dat je er ook vandaag weer bij kon en wilde zijn. Je hebt er je vakantie een of twee dagen voor verschoven. Dat waardeer ik bijzonder. Gedichten maken is vaak een onzeker gebeuren, want wanneer weet je nou of ze echt goed zijn. Gelukkig voor mij stond er bij al mijn vijf bundels aan het einde van de weg één persoon, met verstand van zaken én bovendien met oprechte belangstelling. En die ene persoon vond elke keer mijn producten zo waardevol dat hij ze wilde uitgeven. Dat was jij. Dank je wel.


Dan wil ik jullie nu meenemen in Bestaansbegeerte. Er is dus deze bundel met de titel Bestaansbegeerte. Maar er is ook een gedicht met de titel Bestaansbegeerte. Dat gedicht staat in het hart van de bundel en gaat over ‘de drift om er te willen zijn en blijven’. Spinoza verwoordde die drift als volgt: “Elk ding tracht, voorzover het op zichzelf bestaat, in zijn bestaan te volharden”. Dit citaat, samen met een tweede citaat dat de begeerte benoemt, werd het motto van mijn bundel.

Het gedicht Bestaansbegeerte bestaat uit twee delen.
Het eerste deel is te lezen als een soort scheppingsverhaal:
iets, dat niet eens de benaming ‘iets’ kan dragen,
bouwt zich uit tot uiteindelijk een mens:
wanneer meent het iemand te zijn?
In het tweede deel zoom ik in op een detail. Ik schreef dat deel in één ruk tijdens de eerste coronagolf, maart 2020. Toen het openbare leven stilviel, barstte in mij de schrijfdrift los. Het zal niet verbazen dat dit tweede deel te maken heeft met corona, maar het is meer dan dat. Het is een reflectie op ons. Er duikt iets kleins op, een submicron, dat evengoed wil bestaan als alles wat er al is op aarde. Gaat dat lukken, doet het dat in samenwerking met ander leven, of gaat het ene leven ten koste van het andere?
In deze ene situatie weten we het antwoord.
Ik mag jullie aankondigen Zwaan de Vries, stemkunstenares, improviserend performer en docent, en Mark Schilders, zanger, liedjesschrijver en improvisator, die in samenspel het gedicht Bestaansbegeerte voor ons gaan verklanken.

Bestaansbegeerte, het gedicht 


Wanneer meent het iemand te zijn?
Deze zin uit het gedicht Bestaansbegeerte werd het thema van mijn bundel. Nieuwe gedichten dienden zich aan. En ik zocht in mijn al bestaande gedichten welke in dat thema zouden passen.
In ieder geval paste de grote cyclus Nieuwzeelandgedichten erin. Die vormt nu de eerste afdeling van de bundel. Ik had die gemaakt in de zomer van 2018, meteen na mijn reis naar mijn dochter en schoonzoon. Behalve dat ik onze reis beschrijf over het Zuidereiland en het verblijf bij hen op het Noordereiland, is het ook een zoektocht naar elkaar: wie zijn wij samen?
Is er iets dat ons kan zijn?
Ik lees er een gedicht uit.

Beurtzang


De tweede afdeling van de bundel heet De ruwe adem.
Wat als je er niet bij hoort, of alleen een beetje aan de rand?
Vluchtelingen, daklozen, mensen op drift. Maar ook staan er in dit hoofdstuk gedichten over een hoofd alleen en over een gevoel in wording.
 Ik lees uit deze afdeling het gedicht

Evacuatie


De vierde afdeling met de titel Tijdelijk verblijf sluit aan bij het tweede deel van het gedicht Bestaansbegeerte, met gedichten over ziekte, dood.
Vind je dan een vreemde in jezelf,
is je hoofd dan een drassig nest dat vodden maakt van wat een wonder heette?
Dan, in de laatste afdeling, Ademrijk, sta je dichter bij de persoon die je bent of zou willen zijn. Je kijkt welwillend naar jezelf, kent je richting en bent tevreden, soms gelukkig.
Het roer loopt soepel om
Mijn vingers rusten op de richting.

Ik lees zo direct het laatste gedicht van de bundel. Het is niet voor niets het laatste gedicht. Ik beschrijf daarin een fietstocht in mijn eentje in de regen. Regen; niet de meest ideale omstandigheid. En toch, toen ik ver van de stad even zat uit te rusten, overviel me daar een geluksgevoel. Onverwacht, puur en kort. Het was of ik eventjes samenviel met de persoon die ik ben.
Samenvallen met de persoon die je bent. Maar wie ben ik dan? Ik vind geen afgerond antwoord op wie ik ben.

In mijn vorige bundel zei ik dit:
Nu ik er ben, kan ik niet meer zonder mij.’
Dit stond in een reeks die in feite ook al over bestaan ging.

Hiermee kom ik terug op de titel van deze bundel: Bestaansbegeerte.
Toen ik die titel koos had ik echt het gevoel van WOW! Hoe en wat je ook bent, je bestaat.
Die begeerte om te bestaan is bij mij niet de begerigheid die dat woord bij ons oproept. Het is een bestendige, onderliggende kracht.
Ik ben helemaal niet iemand die door het leven heen zo begerig was om te bestaan. Ik heb periodes gekend waarin ik net zo lief niet wilde bestaan. Het ligt ook niet voor de hand dat je alsmaar die begeerte voelt, er kunnen omstandigheden zijn waarop die wegvalt.
Nu ik ouder ben, een oudere ben, lijkt het wel of die onderliggende drift om er te willen zijn bloot komt te liggen. Ik mág wel presteren, en ik wil het ook, maar het hoeft van niemand, niemand verlangt het van me. Ik hoef niet meer per se iets te worden. Ik ben blijkbaar.

Ik lees tot slot het gedicht.
In de neerslag de mensen


Dankwoord
Ik dank jullie zeer voor jullie belangstelling. Wat geweldig dat jullie naar deze prachtige tuin in de Ooij zijn gekomen om naar deze presentatie te luisteren. Ik hoop dat jullie inmiddels nieuwsgierig zijn geworden naar de bundel. Schroom niet om hem te kopen. De boekentafel staat ginds in het huisje. Verder ben je vrij om een drankje te pakken,  en om door de gehele tuin te lopen. Vergeet daarbij niet de prachtige grassentuin achter de paardenwei.
Peter Nijssen, Zwaan de Vries en Mark Schilders, dank jullie wel voor jullie medewerking.
Piet Bakker en Rien Valk, dank voor de microfoon met toebehoren, Gérard Schoth voor de video-opname, Wim van Til voor de verkoop van de bundels.
En natuurlijk  Lily en Fried Frederix, dank je wel voor jullie hartverwarmende en soepele gastvrijheid!
Dankzij mijn lief, Ineke, die vandaag hier de foto’s maakt, kunnen jullie binnenkort die foto’s, mijn tekst, de tekst van Peter Nijssen en een link naar de voordracht van Zwaantje de Vries en Mark Schilders, terugvinden op mijn website.
Marijke Hanegraaf, 3 juli 2022